Interactieve kruiswoordpuzzel
met vormen die voorkomen in de hoofdstukken 2 tot en met 5 van Russische
Grammatica (red. Peter Houtzagers), Bussum: Coutinho, 2003. Hoofdstuk 2
(“Het substantief”) is geschreven door Ben Groen, hoofdstuk 3 (“Het adjectief”)
door Koenraad Blansaer en Peter Houtzagers, de hoofdstukken 4 en 5 (“Het voornaamwoord”
en “Het telwoord”) door Theo Tielemans.
Aanwijzingen
- Om de kruiswoordpuzzel
te kunnen maken, moet de browser Java ondersteunen. Klik hier
om de benodigde software te downloaden als de puzzel het niet doet.
- Het inladen van de puzzel
kan even duren. Na het inladen kan offline gewerkt worden.
- De puzzel kan op twee
manieren worden ingevuld: als men cyrillisch op de computer kan schrijven,
kunnen de woorden in de lege velden worden ingetikt. Zo niet, dan bestaat
de mogelijkheid om de afzonderlijke letters in te “klikken” vanuit het alfabet
dat onder de puzzels staat. Let op: e en ë zijn afzonderlijke
letters.
- De puzzel is pas klaar
als de mededeling “Proficiat, alle antwoorden zijn correct!” verschijnt.
Grammaticale
afkortingen
- N, G,
D, A, I, L
zijn de afkortingen voor de naamvallen: nominatief, genitief,
datief, accusatief, instrumentalis resp. locatief. Let bij de keuze van de
accusatief-vorm op het kenmerk bezield-onbezield.
- sg en
pl geven het getal aan: singularis (enkelvoud)
resp. pluralis (meervoud).
- m, f,
n geven het geslacht aan: mannelijk (masculinum),
vrouwelijk (femininum) resp. onzijdig (neutrum).
- KV,
COMP en SUP geven bij adjectieven
aan: korte vorm, comparatief resp. superlatief.
Bij de comparatief wordt alleen naar de niet-samengestelde korte vorm gevraagd,
bij de superlatief alleen naar de niet-samengestelde lange vorm.
- Hoofd- en rangtelwoorden
moeten van het Nederlands in het Russisch vertaald worden.
©
2004 Jos Schaeken